Soms lees je iets dat niet zozeer nieuw is, maar dat iets in je herinnert.
Bij het lezen van het boek Gewapend met gevoel van Elanor Boekholt-O’Sullivan had ik dat direct: de diepe erkenning dat echt leiderschap ontstaat op een plek waar we zelden leren kijken. Niet in het grote gebaar of de strakke strategie, maar in het kleine. In aanwezigheid. In voelen. In de moed om te blijven staan — zonder oordeel, zonder haast.
In die essentie herkende ik de rollen die in mijn werk met paarden zo’n stille kracht vormen: de Wachter, die ziet zonder te fixen, en de Verzorger/Metgezel, die naast de ander kan zijn zonder zichzelf te verlaten.
Twee rollen die niet altijd worden genoemd in leiderschapsmodellen. En toch zijn het precies deze rollen die maken dat er ruimte komt. Dat er vertrouwen ontstaat. Dat er beweging mogelijk wordt.
De kracht van zien — zonder dat je iets hoeft op te lossen
In het boek wordt beschreven hoe verandering soms begint met iets eenvoudigs: aanschuiven, kijken, luisteren.
Niet proberen te repareren, maar aanwezig zijn bij wat er al is. Een aandacht die zacht genoeg is om te ontvangen en stevig genoeg om te blijven.
Paarden nodigen ons precies hiertoe uit. Ze volgen je niet omdat je het helder uitlegt, maar omdat jouw lichaam laat zien dat je afgestemd bent. Ze spiegelen geen woorden, maar aanwezigheid.
En daarin zie ik telkens weer:
De meeste beweging ontstaat in de stilte tussen twee ademhalingen.
Naast iemand staan — de kracht van menselijke nabijheid
Er was een passage die me bijzonder raakte: hoe leiderschap niet gaat om scoren, overtuigen of indruk maken, maar om naast iemand kunnen staan. Aanwezig zijn zonder jezelf op te blazen, maar ook zonder jezelf te verkleinen. Het is precies de energie van de Verzorger/Metgezel-rol: niet overnemen, maar afstemmen; niet sturen, maar uitnodigen; niet oplossen, maar ruimte maken.
Paarden herkennen deze energie meteen:
Ze ontspannen wanneer je jezelf meebrengt — niet als rol, maar als mens.
Aanwezigheid vraagt moed
In mijn eigen proces merkte ik de afgelopen tijd hoe zichtbaar zijn soms schuurt. Hoe mijn lichaam dan zachtjes laat weten dat er iets in mij geraakt wordt. Niet om me tegen te houden, maar om me iets te vertellen.
En telkens als ik naar dat signaal luister, ontstaat er ruimte. Een zacht vertrouwen dat me herinnert: je hoeft niet harder te worden om gezien te worden; je hoeft alleen dieper te landen in jezelf.
Dat is de paradox van leiderschap:
Wanneer je je eigen binnenwereld erkent, ontstaat er vanzelf helderheid naar buiten.
Een kleine ontmoeting met een paard
Tijdens een sessie stond een deelnemer stil tegenover een paard dat haar onderzoekend bleef aankijken.
Geen beweging. Geen druk. Alleen aanwezigheid.
Pas toen haar adem zakte, heel licht, zette het paard één stap naar voren. Alsof het zei: Ik volg je niet om wat je doet, maar om wie je bent op dit moment.
Dat is de stille wijsheid van paarden:
Ze bewegen wanneer jij aanwezig bent — niet wanneer jij duwt.
Daar, in dat stille punt, begint leiderschap
Leiderschap dat niet schreeuwt maar luistert. Dat niet dwingt maar uitnodigt. Dat niet reageert vanuit oude patronen, maar vanuit een lichaam dat je durft te voelen.
Het is de plek waar de Wachter en de Verzorger elkaar raken: zien zonder oordeel, aanwezig zijn zonder haast, richting geven door te belichamen wie je bent.
Misschien is dat wel de kern van alles waar ik mensen toe uitnodig:
je hoeft niemand te imponeren om leiding te geven.
Je hoeft alleen jezelf mee te nemen — volledig, eerlijk en voelend.
Een vraag om mee te nemen
Wat verandert er in jou wanneer je stopt met doen en begint met voelen?




